Over Straô Serooskerke
In de periode februari-maart wordt in zes dorpen op het eiland Schouwen: Burgh-Haamstede, Ellemeet, Scharendijke, Serooskerke, Renesse en Noordwelle, strao gereden. Het hoogtepunt van strao is het wassen van de paardenvoeten in de zee, waarbij de ruiter tijdens de rit op het paard blijft zitten. De ruiters en paarden verzamelen zich ’s ochtends op een vast vertrekpunt, waarna ze rond het middaguur naar het strand vertrekken. In ieder dorp is dit een ander tijdstip.
Voor het wassen van de voeten zijn twee verklaringen:
- De wonden die de paarden tijdens de winter op stal hebben opgelopen, worden ontsmet door het zoute zeewater.
- Door de rit worden de boze geesten uitgedreven.
Een ander belangrijk onderdeel van de traditie is het versieren en keuren van de paarden. Hiervoor worden de paarden versierd met natuurlijke materialen en dragen de ruiters, voor zover mogelijk, originele kleding (dracht). De keuring gebeurt door een jury die is samengesteld uit dorpsbewoners. Aan het eind van de rit komen de ruiters terug op het dorp, waar ze verwelkomd worden door een vertegenwoordiging van het gemeentebestuur en het strao-comité. De stoet wordt daarbij begeleid door de plaatselijke muziekvereniging. Bij terugkomst wordt bekendgemaakt wie het mooist versierde paard heeft en wie de best geklede ruiter is.
Als extra activiteit vinden er in sommige kernen ringsteek- en/of hardloopwedstrijden plaats met de paarden en ruiters die aan de strao hebben deelgenomen. In de avond is er feest in een van de uitgaansgelegenheden in het dorp. Tijdens strao worden er traditiegetrouw schroasels (een soort platte kruidkoeken) gegeten.
Het strao-rieen (strandrijden) is een feest dat alleen op Schouwen plaatsvindt. Vroeger reden jonge boeren en knechten met hun paard, na een winter in de stal te hebben gestaan, de zee in om de voeten te wassen. Men geloofde in de reinigende en genezende kracht van het water voor de voeten van de paarden. De oudere boeren weten dit nog heel goed, want als de voeten van de paarden onder schurft zaten of jeukerig waren, kon zeewater helpen het te genezen. Na deze rituele wassing reed men terug naar het dorp om verschillende keren rond het dorp te rijden.
Een van de eerste vermeldingen van strao stamt uit 1643.Uit verslagen van kerkgenootschappen uit dat jaar wordt gewag gemaakt van ongepast gedrag, zoals het paardrijden op zondag en het betreden van het kerkhof met een stoet paarden. Strao werd later verplaatst naar de maandag. Het was naast kerst en de kermis de enige extra vrije dag voor de arbeiders. Rond 1955 werd de strao verplaatst naar de 'vrije' zaterdag om de teloorgang van de traditie door de teruglopende belangstelling te voorkomen. Tegenwoordig rijden niet alleen boeren, maar ook veel andere paardenliefhebbers mee, waardoor er in plaats van alleen Zeeuwse, ook andere paarden en pony’s te zien zijn in de stoeten.